Ga naar de inhoud

Irien Groenendijk: Alle aandacht voor zorgonderwerpen

12 mei 2021

Irien Groenendijk werkt al jaren in de zorg en is alleen daarom al een gewaardeerd bestuurslid voor stichting Hospice Krimpenerwaard. “Uit hoofde van mijn baan als wijkverpleegkundige weet ik hoeveel behoefte er in de Krimpenerwaard is aan een hospice”, vertelt de Haastrechtse.

Bestuur - Irien Groenendijk
Irien Groenendijk

“Ik mag als wijkverpleegkundige in de zorg o.a. ook actief zijn in het bijna-thuis hospice in Gouda en heb mogen ervaren hoe belangrijk en goed het is om mensen in de laatste weken van hun leven met liefde, aandacht en professionele verzorging bij te staan. Toen me gevraagd werd om in het bestuur Stichting Hospice Krimpenerwaard plaats te nemen, heb ik meteen ja gezegd. Het mooie van dit project is dat ik er vanaf de start bij ben. Mijn rol is nu nog vooral ‘luisterend’. Dat boeit me, want ik ontmoet daardoor mensen die elk vanuit hun eigen specialistische invalshoek met het hospice-in-wording bezig zijn. Als zaken als inrichting van het hospice en ‘zorg’ onderwerp van gesprek worden, zal ik mijn stem ongetwijfeld wat vaker laten horen. Bijvoorbeeld als het gaat om organisatorische zaken rondom vrijwilligers, zorgprofessionals, coördinatoren en mantelzorgers. Het is voor iedereen belangrijk om te weten hoe het systeem in elkaar steekt en wie welke verantwoordelijkheden heeft.”

“Voor veel mensen is thuis sterven de beste optie, maar het komt ook regelmatig voor dat die mogelijkheid er niet is. Bijvoorbeeld omdat iemand er écht alleen voor staat en mantelzorgers ontbreken. Ook kan het voorkomen dat mantelzorgers wél aanwezig zijn, maar overbelast raken. Een hospice kan dan zo veel verlichting brengen. Een partner die in de thuissituatie vooral ‘zorgt’ kan in een hospice-setting weer ‘partner’ zijn, door bepaalde taken over te laten aan hospice-vrijwilligers. Dat geeft rust en verhoogt de kwaliteit van de laatste levensweken van zijn of haar dierbare. Het is één van de redenen waarom Hospice Krimpenerwaard er móet komen. Iedereen verdient het om waardig en met liefde en aandacht omringd zijn of haar laatste levensfase door te brengen.”